De Inlandse Zee is gelegen in de Kalanjóregio. Ondanks haar naam bestaat het uit zoetwater en is het het grootse meer in Ittilia. In haar breedte bereikt het bijna 166 km, terwijl haar lengte tot wel liefst 309 km strekt. Het meer heeft een maximum diepte van 417 meter. Zogoed als al het water van de Inlandse Zee wordt aangevoerd door de nabijgelegen bergen. Het wordt afgevoerd door de Simrin, die ontspringt uit de Bosnan waterval en uiteindelijk uitmondt in de Settanzee. De Inlandse zee wordt bijna volledig gevoed door smeltwater uit de omliggende bergen en heuvels.

Klimaat

Ondanks haar noordelijke ligging is de Inlandse Zee ijsvrij gedurende het hele jaar. Enkel op de Marenen doet zich soms ijsvorming voor, maar ook hier blijft dit over het algemeen beperkt. De regio kent een gematigd klimaat met koude winters. De temperatuur van het water ligt tussen 3 en 8 graden afhankelijk van de regio. De Inlandse Zee beïnvloed voor een groot deel het klimaat van de Kalanjóregio.

Locaties

De Marenen

De Marenen is een uitgestrekt, ondiep deel van de Inlandse Zee. Ze wordt ingesloten door de westelijke oever van de Inlandse Zee en het schiereiland Bizimus. De gemiddelde diepte van de Marenen ligt rond de 2 meter en haar diepste punt is 5 meter.

De Foegra Eilanden

De Foegra eilanden zijn twee onbewoonde eilanden in het midden van de Inlandse zee. Beide eilanden zijn een breukregio. Het meest noordelijke van de twee eilanden noemt Skûgar, op dit eiland groeit een metíleumbos en wereldboom. Skûgar vormt een heiligdom voor lokale druïden, die erheen trekken om met de zielen te communiceren en de sterren te lezen. De druïden bouwden hier een aantal kleine tempels, verspreidt op het eiland. Ze schakelen ook golems in om het eiland te beschermen. Het zuidelijke eiland noemt Nolgit. Op dit eiland ligt er een spiegelpoort, waardoor het voornamelijk wordt gemeden. Nolgit is sowieso moeilijk toegankelijk, omdat het overgroeid is met bramen.