Het is een wereld ontdaan van kleur, melancholisch, maar vreemd genoeg rustgevend. Ik zal nooit die grijze dag vergeten, toen ik voor het eerst naar de Zwarte Duinen keek, terwijl de troubadour van ons gezelschap dat huiveringwekkende, griezelige deuntje speelde op die godvergeten viool.
Fragment uit “De vreemdeling in de sluier” door Peter Vadas

De Zwarte Duinen zijn een zandwoestijn in het zuiden van de Allûn Krin woestijn in de Centrale Hartlanden. De regio is geothermisch actief en staat vooral bekend omwille van haar dramatische landschap: het zwarte zand waaraan de Zwarte Duinen haar naam danken. De zwarte kleur danken de duinen aan hun lange geschiedenis van vulkanische activiteit. Het zand is ontstaan door erosie door de stolling en erosie van lava, mogelijk millennia geleden, toen de Allûn Krin nog een zee was. Tegenwoordig zijn de meeste vulkanen in de regio uitgedoofd, op een paar naar. De bekendste hiervan is de Tohlikípû stratovulkaan.

Vegetatie

De vulkanische ondergrond maakt de regio van de Zwarte Duinen uitzonderlijk vruchtbaar. Hierdoor herbergen de duinen ondanks hun droge klimaat aanzienlijk meer leven dan de omliggende regio's van de Allûn Krin. Grassen komen veel vaker voor, maar ook vetplanten zoals Lithops (of levende steentjes) en in het bijzonder de Opuntia of vijgencactus. Deze laatste is tevens ook één van de weinige inkomstenbronnen voor de stad Volst, en belangrijk exportproduct van de regio. Ondanks de vruchtbaarheid van de grond, blijft water er een schaarste en is dus ook de plantengroei beperkt.

Geografie

Mangrogrotten

De Mangrogrotten zijn een complex van natuurlijke tunnels in de Zwarte Duinen. Naar schatting bevat het complex meer dan honderden gangen, waarvan de meeste niet meer dan één persoon breed zijn. De tunnels hebben doolhofachtige eigenschappen en meerdere mensen erin verloren zijn geraakt.

Geelfontein Meren

Geelfontein Meren is een verzameling warmwaterbronnen en geisers in de Zwarte Duinen. De geothermische eigenschappen daar laten grote hoeveelheden zwavel vrij. Dit maakt het water van de bronnen zo zuur dat het gaten kan bijten in de kleding van nabije reizigers. Ontploffende geisers zorgen voor een zure, bijtende regen. Het zure water en de geisers hebben ook holtes in de grond gecreëerd die slechts door een dunne korst worden bedekt.