Op een paar kilometer buiten Loravan ligt tussen de gras- en boslanden een vlakte ontdaan van al het plantenleven. Een vlakte is een vrij gulle benoeming voor dit landschap, want de geel-bruinige stenen ondergrond vormt een onregulier relief, met verraderlijke putten en hollen bij elke stap. Dit landschap gaat onder de naam De Zwarte Geisers van Loravan.

Het draagt een litteken van haar eigen toedoen. Elke ettelijke seconden barst er ergens een geiser uit, waarbij het landschap een zwarte zure brij over haarzelf uitbraakt. Het is een gevaarlijk landschap, gemeden door de meeste levende wezens. De zwarte brij vreet zich een weg door bijna alles, en weinigen overleven het wanneer het zuur over hun heen regent.

Toch trekken schattenjagers en avonturiers vaak de streek in. De legende gaat rond in de regio over een grot in het hart van de vlakte. Een groot waar een oude draak zijn laatste adem zou hebben genomen en zijn erfenis heeft achtergelaten. Toch keert geen van deze dapperen zielen ooit terug, alleszins toch niet volledig.