De mensachtigen zijn de oudste en dominantste van beschaafde soorten in Ittilia. Ze bestaat uit drie ondersoorten: de aardling, de goliat en de mens. Deze laatste is het talrijkst van alle beschaafde soorten in Ittilia. Het is de strategische geest en indrukwekkend vermogen om te organiseren dat mensachtigen de succesvolste soort in Ittilia maakt.

Aardlingen

De aardling staat in contrast met de andere mensachtige bloedlijnen, zowel op vlak van uiterlijk als cultuur. Ze leven diep onder de aardkorst, weg van het daglicht. Een mens of goliat zou hier depressief van worden, maar de aardling voelt zich thuis in vochtige, stenen tunnels. Dit wil echter niet zeggen dat ze een afgezonderd volk zijn, in berggebieden leven ze vaak in harmonie met de mensen of goliats, maar ook de vlaktes van de Allûn Krin zijn een primair voorbeeld.

Uiterlijk

Een aardling is zeer gelijkaardig aan een mens in uiterlijk. Hun huid is echter griezelig bleek en doet denken aan een wandelend lijk; te verwachten voor een wezen dat het grootste deel van hun leven uit het zonlicht leeft. Een aardling staat ook iets lager: gemiddeld zijn ze niet veel langer dan 1 m 60.

Hun uniekste eigenschap is echter de ledematen van de aardling. Hun onderarmen en benen zijn bedekt met een natuurlijk, ijzer scleriet, niet ongelijk de Chrysomallon squamiferum. De zwart-grijze kleur ervan is in sterk contrast met hun huid en dankt zijn kleur aan ijzerertsen. Dit pantser verspreidt zich verder tot de handen en voeten, en mondt uit in harde klauwen. Het is niet hard genoeg om significante bescherming te bieden tegen conventionele aanvallen, maar stelt de aardling wel in staat om door verschillende gesteenten te graven. De screliet vorming komt bij vele aardlingen ook voor rond de ruggenwervel en het borstbeen.

Weetjes

  • De aardling krijgt de meerderheid van zijn ijzer uit de paddenstoelen die ze kweken op ijzeraders. In sommige gevallen vullen ze hun voeding aan met gemalen ijzerertsen.
  • Je kan een aardling gebruiken als magneetbord.
  • Aardling tatoeages bestaan gewoonlijk niet uit inkt, maar worden gekrast in hun sclerieten.

Goliats

De goliats zijn krachtige wezens. De andere bloedlijnen kunnen deze fysiek gezien vaak niet evenaren. Ze vormen desondanks slechts een klein deel van de mensachtige gemeenschappen. Niet dat dit veel uitmaakt: goliats en mensen zijn diep met elkaar verweven. Ze vormen één gemeenschap en cultureel zijn er weinig verschillen. De goliat zijn kracht maakt de menselijke gebreken goed en men ziet dit volk dan ook vaak het zware fysieke werk uitvoeren. Dit wil niet zeggen dat men een goliat nooit een hoge politieke of academische functie ziet beklimmen, maar gewoonlijk wordt deze plaats gereserveerd door zijn slimmere menselijke neef.

Uiterlijk

Goliats zijn omvangrijke wezens. Hun gemiddelde lengte schommelt rond de twee meter. Ze zijn echter twee keer zo breed als een mens en twee keer zo zwaar. Goliats hebben maar een korte nek, en hun hoofd staat ingezonken op hun schouders (naar achter kijken kan nog wel eens moeilijk zijn). Fysiek gezien zijn goliats zeer krachtige wezens. De omvang kan echter wel ooit een probleem vormen op het openbaar vervoer: wanneer deze het merendeel van de kar in beslag neemt, of 2 plaatsen in een overvolle treinwagon.

Mensen

Zoals hoger vermeld, is de mens meest talrijke beschaafde soort in Ittilia. Dit danken ze aan het feit dat ze zelfs binnen de mensachtigen een ongelooflijke flexibiliteit en intelligentie vertonen. Mensen waren voor lange tijd de drijfveer achter technologische en wetenschappelijke vooruitgang.

Ook in de ambachten liepen de mensen voorop. Hun ambachtslieden baren handwerken van legendarische kwaliteit. Het staal gesmeden door een mensachtige zal zijn drager zelden falen. Ze zouden de wereld bedekken met de rook en vuur van hun machtige industrie.

Toch zijn mensen ook het meest agressief van de befaamde soorten, en hunkeren ze vaak naar het uitbreiden van hun macht: dat verwoestende gevolgen kan hebben.