Schuilend onder grijze lucht Staat het oude nevelbos Miezer dwarrelt langzaam neer En stilt het woud, keer op keer Wind blaast hier haar laatste zucht De vogels staken daar hun lied Miezer dwarrelt langzaam neer En hult het woud in verdriet Maar deze stille wereld Waar de melancholie heerst Daar begeef ik me bewust En vindt ik eindelijk rust
De miezer dekt het woud in een koud deken Melancholisch, maar toch ook kalmerend De grijze hemel weerhoudt de zon van mij
Roth Tengwa, welbekend als de Nevelbergen, is een bergketen van twee werelden. Het relatief klein bergmassief in de westelijke Avondlanden vormt de natuurlijke barrière tussen het Hertogdom van Kûmasj en het Koningkrijk van Tír.
Klimaat en vegetatie
De loefzijde van de Nevelbergen, in het westen, ontvangt de overvloed van regen die wordt aangevoerd door de Grote Westelijk Stroom. In haar voetheuvels tot hoog tegen de bergwanden groeien dichte nevelwouden, voornamelijk bestaande uit oeroude naadbomen. Slechts weinig van deze regen maakt haar weg over de hoge kam van Roth Tenga. De oostelijke zijde van de bergen liggen er maar relatief kaal bij, en bestaat voornamelijk uit lage struwelen en graslanden.
Geografie
De Senalli
Met maar liefsts 6133 meter is de Senalli de hoogste berg van Tengwa. Haar sneeuw bedekte piek ligt ver boven de hoogste bossen van Kûmasj.