De Bloedpoorten zijn gigantische kristallen vormingen verspreidt over Ittilia. Het kristal heeft een kleur gelijkaardig aan Pyroxmagniet, waaraan ze hun naam danken. Tot zover zijn er in totaal veertien structuren geteld, hoewel men er veel meer verwacht.

Elk van de poorten hebben gelijkaardige eigenschappen: gewoonlijk omvatten ze een gebied van een aantal kilometers in doorsnede de rode kristalstructuren groeien. Deze kristallen kunnen van een aantal meters tot tientallen meters hoog reizen, en zijn makkelijk een aantal meters in doorsnede. In het hart van elke regio staat een torenhoge pinakel, die gewoonlijk tussen 200 en 300 meter hoog staat. Magie in deze regio is zwak, en ook de kracht van spreuken is gereduceerd. Nabij het pinakel is de regio ontdaan van vegetatie, en levende wezens zijn er schaars.

Over de exacte eigenlijke aard van de bloedpoorten, is nog geen consensus. Onderzoekers denken dat de bloedpoorten corrupte metíleumkristallen zijn, aangezien ze gelijkaardige eigenschappen vertonen met zowel metíleumkristallen, maar ook metíleumbossen. De kleine kristallen van de bloedpoorten worden soms gebruikt in toepassingen om magie te blokkeren. Over het pinakel is echter weinig gekend, aangezien hoe dichter men bij het pinakel komt, hoe gevaarlijker de regio wordt.

Spoken en andere monsters

Het bepaald monster, namelijk de kadaververzamelaar, maakt haar thuis in en rond de bloedpoorten. Het wezen verzameld hier de lijken van gestorven wezen en brengt deze terug naar haar schuilplaats. De kadaververzamelaar weerhoudt zich er ook niet van haar eigen lijken te creëren.

Wanneer een wezen binnen de grenzen van een bloedpoort sterft, ontstaat er ook zeer vaak een spook. De exacte reden hiervoor is onbekend, maar heeft waarschijnlijk iets te maken met de magie-absorberende aard van de bloedpoorten. Deze spoken blijven meestal nabij de bloedpoorten, en maken de regio uitzonderlijk gevaarlijk voor iedereen die zich nabij waagt.

De Bloedfantomen

Volgens volksverhalen wordt elke bloedpoort bewaakt door een wachter, die zich diep in het hart van de pinakel verschuilt. Men noemt deze wachters de bloedfantomen. Over hun rol bestaat onenigheid. Volgens sommige beslissen ze of de ziel van een overleden persoon puur was: indien het niet zo is, blijft ze als spook achter, anders kunnen ze door Valor worden opgehaald. Andere beweren dat ze niet meer dan beschermers zijn van de pinakel.

Een laatste groep, aanhangers van het Valûdisme, gelooft dat het de taak is van de bloedfantomen om de poorten te openen op de dag des oordeels en de legers van ondoden te leiden. Ze geloven dat alle bloedfantomen moeten worden verslagen om de "Mars van de Doden" tegen te gaan. Het bestaan van bloedfantomen is echter niet bevestigd.

Rol in het Valûdisme

Volgens het Getuigschrift van Bashú staan de bloedpoorten in verbinding met gelijkaardige rode kristallen in de rotsachtige hemel van Henû. Ze bieden de toegang tot Henû en kunnen ze wezens naar Henû teleporteren. Bashú zou via deze weg in Henû terecht zijn gekomen. Bovendien heeft Mildaror ooit de volgende voorspelling heeft gedaan.

De dag dat zonden goedheid verdringen
zal de mars van de doden beginnen
Een leger gegroeid over een eeuwigheid
Uit hen die geen vrede verduren
Stijgt naar het oppervlak en naar de strijd
Uit poorten van bloedig steen
Waar hun aanvoerders hen zullen sturen

“Mars van de Doden” door Mildaror

Aanhangers van de religie beweren dat de “poorten van bloedig steen” waarschijnlijk de bloedpoorten zijn. Volgens hun spreekt de voorspelling over een dag waarop Ittilia overspoelt zal worden door ondoden uit Hénu. Deze dag zal waarschijnlijk het einde van de beschaving betekenen en wordt de “Mars van de Doden” genoemd. De algemene veronderstelling is dat de kadaververzamelaars de lijken via de bloedpoorten naar Henû stuurt.

De bloedpoorten zijn daarom een bedevaartsoord voor het Valûdisme. Het is de laatste bestemming voor aanhangers die stervende zijn. Zij reizen dan naar de Bloedpoorten (of worden na hun dood hierheen gebracht) om hun lichaam te offeren en te dienen in de “Mars van de Doden”.